Reflectief Kapitaal is het bezittelijk vermogen om tot reflectie te komen – zowel ingezoomd als uitgezoomd. De term is niet ‘evidence based’ (voor het geval je nu aal het googlen slaat), maar komt uit mijn eigen koker en dateert van december 2014. Soms moeten zaken rijpen voor ze contouren tonen, en dat was bij Reflectief Kapitaal zeker het geval. In de jaren tussen toen en nu is er overigens wel een wetenschapper uit Zuid-Amerika geweest die op hetzelfde spoor zat, en graag een ontmoeting wilde. Met dank aan het web ben je dan zo de oceaan over!
Reflectie is toch een proces?
Binnen de huidige standaard zien we reflectie en reflecteren als een proces. Een handeling die je continuerend uitvoert om te groeien en ontwikkelen. Dit is uiteraard waar: Zodra je een reflectief moment binnenstapt doorloop je een proces van terugkijken, analyseren, overdenken, herdenken, verwerken en transformeren. Dit zijn zonder twijfel processtappen.
Mijn opvatting is dat er binnen dit proces een gradatie van vermogen bestaat, waaruit zichtbaar wordt hoe omvangrijk (lees: goed) iemand in staat is om tot dit proces te komen. Anders gezegd: De één is er beter in dan de ander, en dat vermogen kun je vangen in een kapitaal. Er bestaan miljoenen mensen die perfecte metacognitieve kennis in hun bezit hebben, die neurowetenschappelijke feiten kunnen oplepelen en die tijdens kampvuurgesprekken prachtig kunnen filosoferen over hoe het leven eruit zou moeten zien, maar die geen idee hebben hoe ze dit op zichzelf toepassen. Reflectief Kapitaal toont aan in hoeverre je al die wijsheden op jezelf kunt betrekken, en er lering uit kunt halen dat tot andere handelen leidt. Het ‘ik’ speelt daarbij een essentiële rol.
Hoe kom je tot kapitaal?
We kunnen dus overeenkomen dat reflecteren als werkwoord nog steeds hetzelfde is als honderd jaar geleden. Het onderscheid ligt binnen het feit dat we in een tijd leven waarin het werkwoord niet meer voldoende is, en je moet zorgen dat je meester wordt van je eigen reflectief vermogen – je Reflectief Kapitaal.
Dat vermogen kun je op verschillende manieren opbouwen, waarin elk element een belangrijke rol speelt. Eenvoudigweg ‘veel’ reflecteren brengt je niet bij meer kapitaal, net zoals veel werken je niet automatisch meer geld oplevert. Je zult slim moeten zijn: In een dubbele helix van efficiënt en effectief.
Ik onderscheid vier elementen:
1. Metacognitieve Kennis Vergaren: Pas als je weet wat een boom is, kun je er meerdere herkennen. Kennis helpt. Deze kennis verwerf je door veel te lezen en informatie op te doen.
2. Mentaal Monitoren: ‘Quality is not an act, it is a habit’. Hier vinden we digitaal tuinieren. Beschrijf je proces, noteer je lering, volg je handelingen en geef jezelf ruimte om dat op een luchtige niet dogmatische manier vorm te geven – in een digitale tuin.
3. Emotioneel Beschouwen: Neem je gevoelens serieus. Beschouw wat het emotioneel met je doet als er situaties om je heen gebeuren die iets los maken. Duw het niet weg, en zwelg er niet in. Kijk nieuwsgierig naar wat en waar het je triggert en raakt.
4. Communicatief Delen: Reflectie heeft baat bij spiegels. Níet de spiegel die het altijd met je eens is, en ook niet de spiegel die standaard terug bromt. Maar de spiegel die je bevraagt. Jezelf hardop horen uitspreken wat je denkt en voelt, en de ander het zien ontvangen is noodzakelijk voor implementatie van het geleerde.

Vergaren, Monitoren, Beschouwen & Delen = Aandacht
Vier werkwoorden. Vier handelingen. Gezamenlijk genereren ze aandacht. Iets waar we mondiaal een steeds groter gebrek van hebben. We weten dat ons brein oorspronkelijk maar één a twee gedachten tegelijk aan kan, en toch forceren we het om er drie of vier in te proppen. Verward en verleid door de snelheid van ontwikkelingen die we om ons heen zien, projecteren we ons eigen ontwikkelingsproces daarop.
Maar ons brein kan dat niet aan (althans, die evolutionaire ontwikkeling vraagt nog een boel generaties). Ons natuurlijke lichaam verandert veel trager dan de technologische ontwikkelingen om ons heen. Zolang we onszelf daarin als gelijke zien en wie we biologisch zijn blijven ontkennen, dan zullen we nooít oogsten wat we denken te zaaien. Of wat we potentieel zouden kunnen oogsten. Simpelweg omdat we niet eerlijk kijken. Omdat het te confronterend is te zien wie we werkelijk zijn: existentieel dichter bij de natuur dan verwant aan technologie.
Aandacht ontstaat als je tijdelijk een tunnel durft in te stappen die je ergens brengt waarvan je het van tevoren niet weet. Aandacht vraagt tevens tijd. En omdat niet-weten in combinatie met het geven van tijd een hoog risico in zich draagt, laten we het vaak voor wat het is. ‘Je kunt je tijd maar één keer uitgeven’. Begin dan bij jezelf. Dan weet je zeker dat het goed terecht komt.
Kennis vergaren doe je door te lezen, maar kan ook in gesprek ontstaan. Je handelingen monitoren kan goed met gebruik van digitale ondersteuning. Het beschouwende element vraagt contemplatie en verstilling. Maar zelfs dat kun je in beweging – wandelend – bereiken. En tot slot de verbinding met je medemens, in gesprek. Niet juichend of brommend, maar bevragend. In contact en communicatie word je zichtbaar. Zowel voor jezelf als voor de wereld waarin je leeft. Om maar met Wittgenstein te spreken ‘Want wie weet of er een boom valt, als je hem niet gehoord hebt’.