-
Ferdinand Cheval
Van Postbode tot Paleisbouwer – Het verschil tussen initiëren en plannen
Eén van de mooiste initiatieverhalen is dat van Ferdinand Cheval. Een postbode die eind 19e eeuw in het Franse Hauterives leefde. Dagelijks bezorgde hij ansichtkaarten van over de hele wereld bij de mensen op het platteland. Het verhaal vertelt dat Ferdinand op een dag struikelde over een steen. De steen had een bijzondere vorm, en trok daardoor zijn aandacht. Hij nam de steen mee naar huis en begon de dagen erna steeds meer stenen te verzamelen op zijn postroute. Dit kleine moment groeide uit tot een meesterwerk dat zijn weerga niet kende: De bouw van een prachtig paleis. Palais Idéal. Een bouwwerk dat – letterlijk – steen voor steen onder Ferdinands handen ontstond.
Op 43-jarige leeftijd besloot Ferdinand van de verzamelde stenen een paleis te bouwen. Hij metselde en ontwierp eigenhandig elk stukje, in bouwstijlen geïnspireerd op de ansichtkaarten die hij bezorgde. Het is 12 meter hoog en 26 meter lang en heeft prachtige decoraties. Gezichten, dieren, natuurlijke elementen en ornamenten. Ferdinand gaf ze zelfs namen en kerfde die in de figuren. Er zijn flamingo’s te herkennen, maar ook draken, leeuwen en struisvogels.
De bouw van Palais Ideal duurde drieëndertig jaar (1879 tot 1912). En ja, iedereen verklaarde hem voor gek. Want wie bouwt er zolang in zijn eentje aan een paleis? Toch bouwde hij door. In lijn met zijn oorspronkelijke initiatie. Toen het er uiteindelijk stond wilde hij er ook in begraven worden, maar dat vonden de Franse autoriteiten een minder goed idee. Dus besteedde Ferdinand nog zes jaar extra om een mausoleum te bouwen voor hem en zijn gezin. Dat lukte. In 1924 overleed hij. 25 jaar voordat het paleis in 1969 zou worden uitgeroepen tot Nationaal monument. Jaarlijks trekt het nog steeds duizenden bezoekers… Je weet van tevoren nooit wat je droom de wereld in brengt!
‘I said to myself: since Nature is willing to do the sculpture, I will do the masonry and architecture’
Ferdinand ChevalFerdinand & Spinvis
Zelf leerde ik het wonderschone verhaal van Cheval kennen dankzij Spinvis. Hij maakte samen met Bente Hamel in 2004 een hoorspel over het verhaal. Ondertussen is het ook een boek, waar Ingmar Heytze aan bijdroeg. In dit radio-hoorspel speelt de overleden dochter van Ferdinand een prominente rol, Alice. Ferdinand startte de bouw rond haar geboorte. Alice overleed op 15-jarige leeftijd (1894), iets dat hem zeer diep raakte.
-
Feynman’s Techniek
Over Richard Feynman (1918 -1988) kan ik weken praten, en niet in de laatste plaats door zijn onuitputtelijke openheid naar nieuwe inzichten en veelzijdigheid van leven. Feynman was niet enkel intelligent – dat zou te makkelijk zijn geweest. Hij gebruikte zijn intelligentie op een manier die we nu holistisch zouden noemen. Hij zette zijn zintuigen in (niet geheel onbelangrijk in het verhaal is het feit dat hij synesthesie had) en zijn ego opzij. Iets wat weinig mensen gegeven is. Van daaruit gebruikte hij zijn hoge intellect en meesterde de kunst van de didactiek.
Feynman had de gave om te luisteren, zodat hij zichzelf trainde in welke taalvelden en begripsniveaus andere mensen zich bevonden. Om vervolgens met ze te kunnen verbinden.
Wie didactisch wil meesteren, moet luisteren meesteren
De Feynman techniek – dat waar Feynman tegenwoordig zijn grootste faam door geniet – bestaat uit enkele stappen:
1. Pak een vel papier en beschrijf het thema alsof je het aan een kind uitlegt (in mijn ervaring maakt het niet uit of die zes of twaalf is).
2. Ga terug naar je bron en herlees en herleer delen die je niet goed uitgelegd kreeg.
3. Herhaal stap 1 en verfijn.Dat zich specialiseerde in de didactiek heeft wellicht ook te maken gehad met zijn vakgebied dat de meest complexe zaken behield. Deze link brengt je bij het cartooneske plaatje dat Feynman in 1949 gebruikte om uit te leggen hoe twee elektronen iets uitwisselden.
Bron foto: https://www.spacepage.be/artikelen/natuurkunde/fysici-en-wiskundigen/richard-feynman -
Bloom’s Taxonomie
Wie is Benjamin Bloom? En wat doet zijn taxonomie?
De taxonomie van Bloom is in oorsprong een ingenieus schema om op eenvoudige wijze leergedrag te duiden. Elke leraar kent ze, want je koppelt er didactische stappen in je les aan. De taxonomie omvat zes leervaardigheden (lees: beheersingsniveau’s) waaraan je het doel van de les aan kunt koppelen. Zo bepaalt een leraar de differentiatie en het beheersingsniveau. De zes vaardigheden: Onthouden, begrijpen, toepassen, evalueren, analyseren, en creëren. Binnen een les varieer je uiteraard in verschillende gradaties.
De taxonomie is onder de vlag van Benjamin Bloom in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld. Het is over een periode van jaren gigantische doorontwikkeld, terwijl het basismodel je juist de meest geschikte inzichten in handen geeft.Een motivatie-motortje
Ikzelf gebruik de taxonomie niet alleen om beheersingsniveaus te duiden, maar ook als motivatie-monitor. Dit is ooit uit noodzaak geboren toen ik (te)veel gevraagd werd voor projecten. Om wel bij te kunnen dragen koos ik bij ieder project mijn ‘motivatie-niveau’. Iets identificeren en vergelijken vraagt immers een andere energie- en tijdsinvestering dan wanneer ik zou moeten herstructuren of ontwerpen. Zo leerde ik aan mezelf om mijn energie te managen en toch ‘ja’ te kunnen blijven zeggen. Het is hierbij minstens zo belangrijk dat je het niet enkel aan jezelf duidelijk maakt, maar ook naar de omgeving communiceert. Soms vragen mensen je voor een specifiek element dat ze zelf ook nog niet zo helder geduid hebben als ze je vragen – Het voorkomt veel onnodige ruis als de win-win situatie van beide kanten inzichtelijk is (en: het voorkomt toekomstig gedoe als mensen je eigenlijk stiekem voor hun karretje wilden spannen ;)).
Een hoge of lage orde creëren binnen leren is klinkklare onzin
De taxonomie is ontwikkeld vanuit een horizontaal model, terwijl de meeste mensen hem aangeleerd hebben gekregen met een symbolische ‘hoge’ en ‘lage’ orde. Dit is nooit Blooms bedoeling geweest. Elke leervaardigheid heeft zijn eigen kenmerken en vraagt om evenzo belangrijke inbreng en opbrengst.
Een goed voorbeeld zijn de rekentafels: Het is enorm belangrijk om aan kinderen inzichtelijk te maken waarom 3 pizza’s met elk 6 stukken samen 18 stukken zijn. Dit inzichtelijke rekendeel helpt ze om later op wiskundig niveau andere problemen op te kunnen lossen. Het voorziet in creatief denken en helpt ze analyse te gebruiken. Allemaal waardevol. Deze leervaardigheden vallen allemaal binnen Bloom’s taxonomie. Echter, het automatiseren (lees: onthouden) van de rekentafels is minstens zo belangrijk. Het automatiseren heeft namelijk net zoveel impact bij grote rekenvragen als het begrijpen en analyseren. Het brein zou namelijk anders steeds worden afgeleid als het bij grote vraagstukken voortdurend met de hand moet uitrekenen hoeveel 3×6 is. Of 8×7. 9×5. Of 12×8. Dit wil je als mens geautomatiseerd hebben, omdat het je brein extreem veel energie en denkruimte scheelt op momenten dat je het nodig hebt. Een onderscheid in ‘lage’ en ‘hoge’ orde laat hiermee direct zien dat er rangschikking in leervaardigheden bestaat die allemaal relevant zijn.
-
Zelfdeterminatietheorie & Het misverstand over motivatie
Richard Ryan & Edward Deci
Al in 1985 beschreven Ryan en Deci hun standpunten met betrekking tot motivatie en de connectie tot zelfbeschikking in een boek. Ze verfijnden hun denken de jaren daarna en schreven in 2000 een artikel dat opnieuw licht scheen op de determinatietheorie die ze ontwikkelden.
De determinatietheorie is even eenvoudig als verraderlijk. Het beschrijft drie basiswaarden waar ieder mens behoefte aan heeft. Ontbreekt er eentje, dan raakt de ontwikkeling in de knoop (of op zijn minst vertraagd). Zelfbeschikking en de manier waarop de mens tot intrinsieke motivatie komt, hangt af – zo stellen Deci en Ryan – van de aanwezigheid van het kunnen en mogen handelen vanuit competentie, verbinding en autonomie. De mens heeft het nodig om zich in al die drie elementen gezien te ervaren om tot intrinsieke motivatie te komen. Ze spreken hierbij expliciet over de route naar de werking van intrinsieke motivatie, wat niet (!) wil zeggen dat extrinsieke motivatie verkeerd is.
Het misverstand over Motivatie
Een veel voorkomende denkfout over intrinsieke en extrinsieke motivatie is dat de trigger en de respons verward worden. Een trigger is dat wat je in beweging zet (lees: stimulus), een respons is dat wat er vervolgens in de buitenwereld gebeurt aan reactie.
Bij intrinsieke motivatie is zowel de trigger als de respons individueel gedreven: Dat wil zeggen dat iemand uit eigen beweging iets initieert, en de opbrengst (lees: de beloning) net zo individueel is. Het is het plezier dat je inwendig ervaart als iets gelukt is, de successen die op je eigen leven betrekking hebben, of je autonome ervaring binnen een ervaring.
Bij extrinsieke motivatie denken we vaak dat de trigger uit de buitenwereld komt. Dit komt bij intrinsieke motivatie natuurlijk ook wel voor – want je wordt de hele dag beïnvloed door prikkels en inspiratie om je heen. Dit zet je in beweging en motiveert tot handelen. Het grote onderscheid bij extrinsieke motivatie is als iemand extrinsiek gemotiveerd is iets te bereiken. De opbrengst (lees: beloning) komt vanuit de buitenwereld. Hierbij kun je denken aan een gouden medaille, groot applaus, of een diploma. Maar ook een salaris ontvangen hoort bij een extrinsiek gemotiveerd proces.Een leerzame vraag kan daarom zijn: Welk werk zou je doen als geld of status geen rol zou spelen? Als ieder beroep je dezelfde materiële waarde zou geven, wat zou je dán doen?
Het antwoord op deze vraag valt voor Ryan en Deci binnen het spectrum van de zelfdeterminatietheorie. Het laat ons zien waar de autonomie binnenin ons schuilt, en wat er voor nodig is om daar te komen.
Out beyond ideas of wrongdoing and rightdoing is a space. I’ll meet you there.
Jelaluddin Rumi -
Ken Wilber
– Onder constructie –